Emerging Body Language.
EBL.
Opkomende lichaamstaal.
Deze methodiek is ontwikkeld door PhD. M. Rutten Saris.
Deze methodiek werkt vanuit de motorische ontwikkeling die wij allen ontwikkelen tussen 0 en 5 jaar. Deze motorische ontwikkeling zorgt ervoor dat wij als mens onszelf vrij kunnen bewegen in alle situatie.
Als wij, door wat voor oorzaak dan ook deze natuurlijke ontwikkeling niet goed hebben kunnen doorlopen, blijven we drempels op ons pad tegenkomen. Als kind kom je dan veel moeilijkheden en afwijzingen tegen in je jonge leven.
Deze methodiek is opgebouwd uit 5 lagen en iedere laag heeft een letter van A naar E (zie hieronder).
- A = afstemmen,
- B = bewegen,
- C = opkomend beeld,
- D = benoemen,
- E = praten over.
Iedere Laag heeft een eigen EBL Interactiestructuur. In iedere laag- en interactiestructuur zijn kenmerkende elementen die zichtbaar/hoorbaar worden die we via gedrag op video (RS-index ME) en via grafische bewegingen (tekenen) op een tekenvel (RS-index GE) kunnen herkennen. Vanuit een systematische notatie, analyse en reflectie, beschrijven we welke vijf interactiestructuren het kind ontwikkeld heeft en hoe effectief deze zijn voor zijn omgang met zichzelf en zijn omgeving.
De interactiestructuren die de kind nog niet heeft ontwikkeld door een gevolg vanuit zijn ontwikkeling proberen we te voeden door vanuit een gezond gedeelte te starten zodat het voor het kind vrij beschikbaar komt.
Ik doe dit via spel.
Je kunt jezelf dan afvragen is spelen zo belangrijk?
Ja! Want spelen doet veel voor de totale ontwikkeling van het kind:
De verstandelijke ontwikkeling:
Het leren kennen van materialen, hun eigenschappen en mogelijkheden en het leren van je eigen mogelijkheden daarmee.
De taalontwikkeling:
Het maken van speelgeluiden, het benoemen van het speelgoed en wat je aan het doen bent, het zeggen wat je wel of niet wilt, enz.
De motorische ontwikkeling:
Het leren hanteren van allerlei materialen, van groot naar klein, met al hun specifieke eigenschappen. Het ontdekken van allerlei lichamelijke vaardigheden als op een been staan, huppelen, hinkelen, klimmen, kruipen, fietsen, enz.
De zintuiglijke ontwikkeling:
Het zien, het ruiken, het proeven, het horen, het voelen van de spelmaterialen en hun eigenschappen. Dit werkt diep in op de gevoelsontwikkeling.
De emotionele ontwikkeling:
Het spelen is de taal waarin het kind allerlei gevoelens kan uitdrukken: plezier, verdriet, boosheid, angst, enz..
De sociale ontwikkeling:
Na het alleen spelen, komt het naast elkaar spelen en vervolgens het samenspelen met een ander. Dit vraagt allerlei sociale vaardigheden: imiteren, leren delen, leren vragen, leren ruziemaken en weer goed maken, je houden aan spelregels, enz.
Voor het kind zal het aanvoelen alsof ik voor een klein uurtje kom spelen. Maar ondertussen is uw kind hard aan het leren, want ik werk ondertussen aan het laten ontstaan van de elementen die uw kind nodig heeft om zich te ontwikkelen. In deze begeleiding komen verschillende spelmogelijkheden terug die voor uw kind aantrekkelijk zijn en de ontwikkeling dus op gang brengt.
De ontwikkeling moet vanuit het kind zelf gaan ontstaan, dus ik zal niet spreken over dit hebben we vandaag geleerd, maar tijdens deze therapie valt het u of de omgeving op: “hey dat gaat nu veel beter”.